Gerechtvaardigd vertrouwen en schadevergoeding

Bij het schenden van het vertrouwensbeginsel moet het bevoegd gezag onderzoeken of de benadeelde in aanmerking komt voor compensatie of schadevergoeding. Deze compensatieplicht ontstaat op het moment dat het bevoegd gezag het vertrouwensbeginsel heeft geschonden. Deze compensatie ziet ook op de kosten die de benadeelde heeft gemaakt in aanloop op de besluiten waarin het vertrouwensbeginsel werd geschonden.

Situatie

A. wil een woning bouwen op een locatie buiten de zogenaamde rode contour. Daar is woningbouw niet mogelijk. Het college van burgemeester en wethouders heeft in 2007 in een principebesluit toegezegd dat het hiervoor een vrijstelling van het bestemmingsplan zou verlenen. Ondanks deze toezegging weigert het college de vergunning. Het beroep hiertegen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: Afdeling) slaagt (uitspraak 15 juni 2011). Voor een nieuwe beoordeling van de aanvraag moet A. een aan de stedenbouwkundige voorwaarden en het welstandsadvies aangepaste bouwaanvraag indienen. Bij besluit van 5 januari 2012 trekt het college de eerdere weigering in en neemt het een ontwerpbesluit, waarin het de vergunning verleent. Bij besluit van 27 november 2012 weigert het college de vergunning alsnog, omdat het college zich niet bevoegd acht. Volgens het college is dit de gemeenteraad die moet instemmen met de wijziging van het bestemmingsplan. A. gaat hiertegen in beroep bij de rechtbank en later bij de Afdeling.

Oordeel Afdeling

Afdeling geeft A. ongelijk inzake de geweigerde vergunning. Door de gewijzigde aanvraag is het college inderdaad niet meer bevoegd hierover een besluit te nemen. Daarmee handelde het college niet in strijd met de eerdere uitspraak van de Afdeling.

Verplichting compensatie

De Afdeling oordeelt wel dat A. aanspraak maakt op compensatie. Zij overweegt dat het college moet onderzoeken en afwegen of de kosten, die verband houden met het moment dat het college het vertrouwensbeginsel heeft geschonden, voor compensatie in aanmerking komen. Gelet op de uitspraak uit 2011 zowel de weigering uit 2008 als 2009 aan te wijzen als het moment dat het college het vertrouwensbeginsel heeft geschonden. Dat betekent dat het college moest onderzoeken en afwegen of die kosten die A. voor de (voorbereiding van die) besluiten heeft gemaakt voor compensatie in aanmerking komen. Voorwaarde is dat die kosten zijn te herleiden tot de aanvraag en daarmee werd voldaan aan de voorwaarden waaronder het college bereid was planologische medewerking te verlenen aan de realisatie van de woning.

Let wel

De schadevergoeding/nadeelcompensatie ziet alleen op kosten die zijn gemaakt voor de voorbereiding van de besluiten. Hieronder vallen dus niet een schadevergoeding, omdat de woning ter plaatse niet mogelijk is.

Jacoline Kroon

Auteur: Jacoline Kroon

mr ir J.M.M. (Jacoline) Kroon

E: jkroon@aens.nl

T: 085 – 48 77 406