Actualiteiten: voorwaardelijke verplichting/spuitzone/actuele, regionale woningbehoefte

In een recente uitspraak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (“Afdeling”) een bestemmingsplan, dat voorzag in de nieuwbouw van 45 woningen, geen groen licht gegeven. Op deze plaats wil ik drie (juridische) aspecten van de zaak behandelen waarvoor de laatste tijd veel belangstelling wordt getoond.

De uitspraak volgt op het beroepschrift van iemand die naast het plangebied woont. In het beroepschrift worden verschillende ankers uitgegooid, waarvan er uiteindelijk twee vaste grond vinden.

Voorwaardelijke verplichting

De appellant voerde aan dat de gemeenteraad had moeten garanderen dat appellant vanuit zijn woning geen zicht had op de nieuwe woonwijk door een groenzone aan te leggen. Dit omdat het woon- en leefklimaat anders onaanvaardbaar zou worden aangetast vanwege privacyschending. De gemeenteraad lichtte toe dat een groeninpassing vanuit ruimtelijk oogpunt noodzakelijk is.

De Afdeling vond dat de gemeenteraad in deze situatie had moeten garanderen dat de groeninpassing zou worden gerealiseerd en in stand zou blijven. De gemeenteraad had in de planregels een voorwaardelijke verplichting met deze strekking moeten opnemen.

Vanuit het oogpunt van een finale geschilbeslechting oordeelt de Afdeling in vergelijkbare gevallen soms dat de gemeenteraad het gebrekkige besluit mag herstellen (via de “bestuurlijke lus”). In dit geval geeft de Afdeling de gemeenteraad hiertoe geen gelegenheid, mogelijk vanwege het oordeel inzake “actuele regionale woningbehoefte”.

Spuitzone

De appellant stelt dat de woonwijk niet gerealiseerd mag worden, omdat hij op minder dan 50 m afstand van de woningbouwlocatie een boomgaard exploiteert. Dat kan een bijzonder sterk argument zijn, maar in dit geval was dat niet zo, omdat de appellant op die plaats geen boomgaard mocht exploiteren, althans hij mocht ter plaatse geen gewasbeschermingsmiddelen gebruiken. Die -voor de appellant nadelige- beperking was in een ander bestemmingsplan opgelegd.

Als appellant wel gewasbeschermingsmiddelen had mogen gebruiken, was het overigens geen “gelopen race” voor hem geweest. Het is immers zeer goed mogelijk om binnen 50 m van de boomgaard een goed woon- en leefklimaat te realiseren (zie ook het artikel “Spuitzone van minder dan 50 meter”). In dit geval had de woonwijk wellicht “gered” kunnen worden door de benodigde groeninpassing. Momenteel wacht de praktijk op een (waarschijnlijk zeer aanstaande) uitspraak van de Afdeling over deze problematiek.

Actuele, regionale woningbehoefte

Appellant stelde dat de gemeenteraad niet had aangetoond dat er een actuele, regionale behoefte bestond aan de woningen. Als die behoefte al zou bestaan, das had de gemeenteraad volgens de appellant niet aangetoond was dat er in het buitengebied nieuwe woningen moesten worden gerealiseerd. Met andere woorden: de appellant vond dat de gemeenteraad de zogenaamde “ladder voor duurzame verstedelijking” niet goed toegepast.

De gemeenteraad verweerde zich door te verwijzen naar beleidsdocumenten over de actuele, regionale behoefte. Dat liep niet goed af voor de gemeenteraad. In de beleidsdocumenten stond dat er op regionaal niveau afstemming moest plaats vinden over woningbouw. Desgevraagd bevestigde de raad echter dat dat overleg nog niet had plaatsgevonden. Logischerwijs was er dus ook nog niet over nagedacht of in bestaand bebouwd gebied kon worden voorzien in de woningbehoefte, dan wel dat er in het buitengebied nieuwe woningen moesten worden gebouwd.

Bronnen:

Uitspraak Afdeling 3 september 2014 inzake bestemmingsplan IJzendoorn West (Neder-Betuwe)

Artikel “Spuitzone van minder dan 50 meter”

De ladder voor duurzame verstedelijking

Richard van Baalen

Auteur: Richard van Baalen

mr M.J.H. (Richard) van Baalen

E: rvbaalen@aens.nl

T: 085 – 48 77 408