Onteigening ten behoeve van windpark toegestaan

De provincie Flevoland heeft de Kroon verzocht om gronden voor onteigening aan te wijzen om een windpark te kunnen realiseren met windturbines. De Kroon is aan het verzoek tegemoet gekomen.

Aanwijzingsbesluit

Bij besluit van 30 augustus 2019 heeft de Kroon op verzoek van provincie Flevoland twee percelen aangewezen ter onteigening. Het gaat om percelen in Zeewolde, noordwestelijk van bedrijventerrein Trekkersveld, tussen de Hoge Vaart en de Schollevaarweg.

Windpark

De provincie wil met minder windturbines meer energie produceren. De Ontwikkelvereniging Zeewolde heeft het initiatief genomen om een windpark te realiseren in Zeewolde. Hiertoe is het Rijksinpassingsplan Windpark Zeewolde vastgesteld (hierna: Rip).  Dit plan voorziet in het vervangen van 221 bestaande windturbines in het gebied door 91 nieuwe windturbines.

De gemeenteraad van Zeewolde heeft in het bestemmingsplan ‘Buitengebied 2016’ de bestaande windturbines in het plangebied niet positief bestemd. Die turbines zijn onder het overgangsrecht gebracht, met de bedoeling ze binnen de planperiode te saneren. 

Zienswijzen

Door de eigenaar van de te onteigenen percelen is een zienswijze ingediend. De eigenaar is van mening dat niet wordt onteigend ten behoeve van het bestemmingsplan. In het bestemmingsplan zijn de bestaande windturbines, waaronder die van de eigenaar, onder het overgangsrecht gebracht met het doel deze binnen de planperiode te verwijderen. De realisatie van het windpark is geregeld in het Rijksinpassingsplan, niet in het bestemmingsplan. 

Volgens de Kroon vindt de onteigening wel degelijk plaats ten behoeve van het bestemmingsplan. De onteigening is volgens de Kroon gericht op het ter uitvoering van het bestemmingsplan saneren van de windturbine.    

Ook stelde eigenaar dat er geen noodzaak bestond voor de onteigening. Volgens hem had de verwijdering van de windturbine ook via de gedoogplicht op grond van de Belemmeringenwet privaatrecht bereikt kunnen worden. De Kroon deelt deze mening niet. Voor de verwijdering zijn een tijdelijk werkterrein en een toegangsweg nodig. Er is geen huurovereenkomst tot stand gekomen. Daarom is er wel degelijk noodzaak tot onteigening, aldus de Kroon.

In de zienswijze heeft de eigenaar ook aangevoerd dat de urgentie voor onteigening ontbreekt. Omdat de provincie de percelen uiterlijk in 2021 nodig heeft, acht de Kroon urgentie aanwezig. 

Overigens was nog een tweede zienswijze ingediend. De Kroon heeft deze zienswijze niet inhoudelijk behandeld, omdat deze reclamanten niet als belanghebbenden konden worden aangemerkt. Alleen degenen die zakelijke of persoonlijke rechten kunnen doen gelden op de in een onteigening begrepen gronden kunnen een zienswijze indienen.  

Gerechtelijke procedure

De administratieve procedure is met het onteigeningsbesluit afgerond. Nu volgt de gerechtelijke onteigeningsprocedure. De overheid vraagt daarin aan de rechter om de onteigening uit te spreken en de schadevergoeding vast te stellen. 

Auteur: AenS Advocaten

T: 085 – 48 77 400
E: info@aens.nl