Arbitrage en het einde van de maatschap

Veel agrarische bedrijven worden gedreven in de vorm van een maatschap of vennootschap onder firma. Helaas komt het soms voor dat na verloop van tijd blijkt dat de maten/vennoten niet meer door één deur kunnen. Dat kan te maken hebben met een zakelijk verschil van inzicht, maar ook met wrijvingen in de persoonlijke sfeer. In de praktijk wordt vaak getracht om eerst met behulp van de (gezamenlijke) accountant en/of een mediator te komen tot een oplossing van het geschil. Soms bestaat de oplossing hierin dat partijen in onderling overleg komen tot een beëindiging van de samenwerking en de (geldelijke) gevolgen daarvan. Dit lukt echter niet altijd en dan is men aangewezen op de in veel maatschapscontracten en firmacontracten voorkomende bepaling, dat geschillen tussen de maten/vennoten dienen te worden voorgelegd aan arbiters.

Hoe verloopt zo’n procedure en wat zijn de belangrijkste voordelen ten opzichte van een procedure bij de rechtbank?

De meeste contracten bevatten een bepaling dat geschillen dienen te worden beslecht door drie arbiters, waarbij beide partijen een arbiter benoemen en de arbiters vervolgens tezamen een voorzitter benoemen. Als arbiters kunnen uitsluitend worden benoemd personen die (nog) niet bij de zaak betrokken zijn geweest. Een belangrijk voordeel van arbitrage is dat bij de benoeming van arbiters rekening kan worden gehouden met de aard van het geschil. Steggelen partijen bijvoorbeeld over de waarde van onroerend goed, dan kan in de arbitragecommissie een ervaren makelaar worden benoemd, gaat het geschil over boekhoudkundige zaken, dan ligt het voor de hand om in de arbitragecommissie een accountant te benoemen. Dit is één van de belangrijkste voordelen ten opzichte van een procedure bij de rechtbank; waar rechters soms genoodzaakt zijn om deskundigen te benoemen (hetgeen in de praktijk leidt tot een aanzienlijke vertraging van het geding) hebben de arbiters alle expertise als het ware al “in huis”. De procedure vertoont veel gelijkenis met een procedure bij de rechtbank. Meestal stellen arbiters beide partijen in de gelegenheid om hun standpunt c.q. hun vorderingen schriftelijk uiteen te zetten, waarbij het belangrijk is dat het beginsel van hoor en wederhoor wordt toegepast. Aan de hand van die schriftelijke stukken kunnen arbiters zich een beeld van de zaak vormen, waarna, net als bij de rechtbank, een zitting plaatsvindt waarbij partijen hun standpunt nog eens kunnen toelichten en arbiters vragen kunnen stellen aan partijen en/of hun gemachtigden.

Tijdens die zitting wordt het verdere verloop van de procedure besproken en ook wordt in veel gevallen nog eens onderzocht of partijen, al dan niet op onderdelen, tot een oplossing kunnen komen. Komen partijen er in onderling overleg niet (alsnog) uit, dan wijzen arbiters een vonnis dat dezelfde status heeft als een vonnis van de rechtbank. Arbitrale vonnissen worden ook gedeponeerd ter griffie van de rechtbank. Hoger beroep is in beginsel niet mogelijk. Wel kan op een zeer beperkt aantal gronden bij de rechtbank worden gevorderd dat het arbitraal vonnis wordt vernietigd, maar dat komt in de praktijk weinig voor. A&S Advocaten kent de agrarische sector op haar duimpje. Wij staan regelmatig agrariërs bij in arbitrageprocedures, waar het vaak om grote belangen gaat. Ook worden wij wel eens gevraagd als arbiter. Arbitrage in maatschapsconflicten is voor ons bekend terrein.

Auteur: AenS Advocaten

T: 085 – 48 77 400
E: info@aens.nl