De Crisis- en herstelwet geeft ruimte aan kleine en grote projecten

Op 31 maart 2010 is de Crisis- en herstelwet in werking getreden. Het doel van deze wet is om meer werkgelegenheid te creëren en zodoende de crisis te lijf te gaan. De werkgelegenheid wordt gecreëerd door de ontwikkeling van ruimtelijke projecten te stimuleren en te versnellen. Hierbij gaat het niet alleen om grote projecten. Ook het bouwblokje op de hoek kan sneller worden gerealiseerd door toepassing van deze wet. Daarnaast kan infrastructuur versneld worden aangelegd. Verder zijn procedurele belemmeringen in de wetgeving zoals die gold vóór 31 maart 2010 ongedaan gemaakt. De wet kent twee typen maatregelen, namelijk:

Maatregelen met een tijdelijke aard namelijk tot 1 januari 2014

De tijdelijke maatregelen gelden voor:

•Op een bijlage met name genoemde projecten.

•Een gebiedsontwikkelingsplan: een plan voor een gebied dat is aangewezen als ontwikkelingsgebied. In een dergelijk gebied kan worden geëxperimenteerd met bestuurlijke manoeuvreerruimte. Wettelijke beperkingen kunnen worden opgelegd of juist opgeheven ten faveure van een in dat gebied te ontwikkelen project.

•Een projectuitvoeringsbesluit: een besluit dat andere vereiste besluiten vervangt, in het kader van de realisatie van projecten die geheel of hoofdzakelijk zien op de bouw van 12 tot 2.000 woningen. Voor deze projecten wordt het bestuurprocesrecht gedeeltelijk aangepast.

Enkele voorbeelden:

•“Vormfouten” kunnen door de rechter eenvoudiger worden gepasseerd. Deze maatregel wordt in de toekomst waarschijnlijk ingevoerd in het gehele bestuursrecht.

•Invoering van het relativiteitsvereiste: dit betekent dat men alleen tegen onderdelen van besluiten kan opkomen voor zover die onderdelen de klager rechten toekennen.

•Decentrale overheden zoals provincies en gemeenten kunnen niet opkomen tegen besluiten van de rijksoverheid.

•De bestuursrechter doet uitspraak binnen zes maanden na afloop van de beroepstermijn.

•Het indienen van een pro forma bezwaar- of beroepschrift om een termijn veilig te stellen is niet mogelijk. Andere wijzigingen die tijdelijk gelden voor de hierboven aangegeven projecten:

•Als er een Milieu-effectrapportage moet worden opgesteld hoeft daarbij geen alternatievenonderzoek uitgevoerd te worden.

•De realisatie van windmolenparken wordt eenvoudiger, doordat een regeling voor radarzonering versneld wordt ingevoerd.

•De Leegstandswet wordt versoepeld voor wat betreft de huurprijs bij tijdelijke verhuur van woningen.

Wijziging van bijzondere wetgeving

In de Crisis- en herstelwet wordt een aantal bijzondere wetten gewijzigd. Dit betreft definitieve wijzigingen die dus ook na 1 januari 2014 van kracht zijn. Een aantal voorbeelden zijn:

•De Interimwet stad- en milieubenadering wordt verlengd en aangescherpt. Deze wet geeft gemeenten de mogelijkheid om af te wijken van wettelijke normen voor bodem, geluid, lucht, stank en ammoniak.

•De uitvoering van de Natuurbeschermingswet 1998 wordt vereenvoudigd, zodat er minder vergunningen nodig zijn en effecten van stikstof op Natura 2000-gebieden eenvoudiger berekend kunnen worden.

•De Onteigeningswet wordt gewijzigd, zodat een onteigeningsprocedure sneller kan worden doorlopen.

•De toepassing van het projectbesluit (zoals geregeld in de Wet ruimtelijke ordening) wordt procedureel aantrekkelijker, waardoor de oude artikel 19 WRO-vrijstelling herleeft. Door deze wet kan van een bestemmingsplan afgeweken worden zonder dat dat bestemmingsplan gewijzigd moet worden.

•De procedures voor het aanleggen van landelijke gastransportnetwerken worden versneld.

•De aanleg van elektronische communicatienetwerken wordt bespoedigd door versnelde besluitvorming. De Crisis- en herstelwet biedt voor veel grote, maar zeker ook kleinere bouwprojecten nuttige versnellingsmogelijkheden. Op de actualiteitenbijeenkomst van 30 juni 2010 zal verder ingegaan worden op mogelijkheden die de wet biedt.

Auteur: AenS Advocaten

T: 085 – 48 77 400
E: info@aens.nl