Fosfaatmaatregelen melkveehouderij op een rij

Met het oog op het afschaffen van het melkquotum is de melkrundveehouderij zeer gegroeid. De productie van fosfaat door rundvee is zo gestegen, dat deze hoger is dan het plafond dat binnen de Europese Unie is afgesproken. De fosfaatproductie door melkvee moet omlaag, omdat Nederland anders binnen de Europese Unie niet meer in aanmerking komt voor derogatie.

Sinds 2013 zijn spelers in de zuivelketen (waaronder LTO, NZO) in overleg om de fosfaatproductie in de melkveehouderij te brengen tot onder het niveau van 2002 (84,9 miljoen kg). In 2014 was de productie al 86,1 miljoen kg en ook nu werken veel rundveehouders aan een uitbreiding, waardoor de fosfaatproductie zonder maatregelen nog meer zal stijgen.

De staatssecretaris wil de productie van fosfaat via drie sporen beperken:

1. Wet verantwoorde groei melkveehouderij;

2. stelsel grondgebonden groei melkveehouderij;

3. introductie fosfaatrechten.

Wet verantwoorde groei melkveehouderij

Deze wet ziet op wijziging van de Meststoffenwet per 1 januari 2015 door introductie van een fosfaat-referentie en beperking van de fosfaatproductie.

fosfaatreferentie

De fosfaatreferentie is de forfaitaire fosfaatproductie over 2013 per bedrijf minus de fosfaatruimte op dat bedrijf. Als door bedrijfsoverdracht tussen 1 januari 2013 en 1 november 2014 een lagere fosfaatreferentie is, dan moet rekening worden gehouden met de bedrijfsoverdracht. De forfaits volgen uit een ministeriële regeling. Als het verschil kleiner is dan nul, dan is de fosfaatruimte nul. Extensieve bedrijven krijgen dus een fosfaatreferentie van nul.

Een melkveehouder kan de fosfaatreferentie alleen overdragen aan personen met wie een bloed- of aanverwantschap in de eerste, tweede of derde graad bestaat. Een fosfaatreferentie is dus niet vrij verhandelbaar. Verder gaat de fosfaatreferentie over op degene die het bedrijf bij erfopvolging krijgt. Deze beperkingen zijn vooral nadelig voor melkveehouders met weinig/geen grond die geen opvolger hebben. Overdracht van het bedrijf aan een derde is nagenoeg onmogelijk, omdat de fosfaatreferentie niet overdraagbaar is.

Beperking fosfaatproductie

Daarnaast geldt het wettelijk voorschrift dat een melkveehouder geen fosfaat mag produceren, tenzij sprake is van een uitzondering als aangegeven in de volgende gevallen:

– de totale productie < dan 250 kg fosfaat per jaar;

– als er geen bedrijfsoverschot is;

– als er geen melkveefosfaatoverschot is;

– als hij het overschot verantwoord afzet of laat verwerken;

– afzet via boer-boertransport;

– wanneer minimaal 90% van de dieren op stro wordt gehouden met tweederde van hun leefruimte.

Het stelsel van grondgebonden groei

Vanaf 1 januari 2016 is de groei van een melkveebedrijf alleen mogelijk, indien dat deels gepaard gaat met uitbreiding van grond. Dit zal worden geregeld in het Uitvoeringsbesluit van de Meststoffenwet. Wanneer de uitbreiding van fosfaat minus de fosfaatruimte gedeeld door de oppervlakte landbouwgrond lager is dan 20 kg fosfaat/ha, dan is geen uitbreiding in grond nodig. De melkveehouder kan alle extra fosfaat anderszins afzetten. Als de uitkomst tussen 20 en 50 kg/ha ligt, dan moet de melkveehouder minimaal 25% van de uitbreiding dekken met aankoop van grond. Als de uitkomst boven de 50 kg/ha is, moet minimaal 50% van de uitbreiding worden gedekt met uitbreiding grondareaal.

Deze uitbreidingseisen gelden niet voor een bedrijf dat voor 1 februari 2016 aantonen dat het voor 7 november 2014 financiële verplichtingen is aangegaan om zijn fosfaatoverschot te laten verwerken, waardoor voormelde voorschriften leiden tot een disproportionele last. Daarnaast gelden ze ook niet voor een bedrijf dat binnen drie amanden na afloop van elk kalenderjaar aantoont dat het melkveefosfaatoverschot is verwerkt door degene met wei de financiële verplichting is aangegaan.

Fosfaatrechten

Voornoemde maatregelen hebben te weinig reductie getoond. Daarom heeft de staatssecretaris van Economische zaken op 2 juli 2015 aangekondigd dat binnen de melkveehouderij een stelsel van fosfaatrechten wordt geïntroduceerd. Zij heeft gekozen voor fosfaatrechten, omdat die rechten stuurt op het aantal dieren. Alternatieven zoals melkrechten of dierrechten sturen indirect op fosfaatreductie.

Het uitgangspunt voor de fosfaatrechten is het gemiddeld aantal gehouden stuks melkvee in het referentiejaar 2014 en de op de gemiddelde melkproductie per koe gebaseerde forfaitaire fosfaatexcretie, zoals deze volgt uit de Meststoffenwet. Wijzigingen die tussen 2014 en 2 juli 2015 bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland zijn geregistreerd en die van invloed zijn, kunnen worden meegenomen.

Momenteel is nog niet bekend wanneer de wet in werking treeft. Dit is onder meer afhankelijk van de knelgevallenregeling. De knelgevallenregeling zal ingewikkeld zijn, omdat er momenteel veel wordt geïnvesteerd in uitbreiding, terwijl het fosfaatplafond al is overschreden. In de regeling moet worden gekeken hoe de (beoogde) overproductie eerlijk kan worden verdeeld. De staatssecretaris heeft aangegeven dat realisatie van het plafond mogelijk gepaard gaat met een generieke afroming van fosfaatrechten. Iedere melkveehouder zou dan (iets) minder rechten krijgen, dan waarop hij op basis van referentie (en knelgevallenregeling) recht had.

Melkveehouders kunnen ook ontwikkelruimte verdienen door het verhogen van de fosfaatefficiëntie, bijvoorbeeld door het nemen van voermaatregelen voor de fosfaatexcretie die lager zijn dan de wette-lijke fosfaatexcretie. Ook deze wettelijke voorwaarden hiervoor moeten nog worden vastgesteld.

Fosfaatrechten geven uitsluitend het recht om fosfaat met melkvee te produceren. Deze zijn niet uitwisselbaar met pluimvee- en varkensrechten. Fosfaatrechten worden verhandelbaar, maar het is nog niet bekend of deze fosfaatrechten kunnen worden verpand of vatbaar zijn voor beslag. Indien wordt aangesloten bij de wettelijke bepalingen voor pluimvee- en varkensrechten, zal verpanding niet mogelijk zijn en beslag wel.

Kringloopwijzer

Parallel aan de fosfaatrechten komt er de kringloopwijzer. Het is de zuivelketen zelf die hierop aan-stuurt. De kringloopwijzer ziet op een bedrijfsspecifieke verantwoording die de mineralenefficiëntie in beeld brengt. Daardoor kunnen melkveehouders beter sturen op de benutting van mineralen. De uitwerking van deze kringloopwijzer volgt nog. Een aandachtspunt is wel dat de voorwaarden objectief bepaald en wetenschappelijk deugdelijk privaat geborgd moeten zijn.

Indien ondanks een knelgevallenregeling een totale verlaging van de fosfaatproductie niet mogelijk is, vindt mogelijk een afroming van de fosfaatrechten plaats naar rato van de overschrijding. Hoe een en ander (eerlijk) wordt uitgewerkt, is nog niet bekend.

Vooruitzichten

Het komende half jaar zal de staatssecretaris werken aan een nieuw wetsvoorstel. Daarnaast zal er veel discussie blijven over de inrichting van het stelsel van fosfaatrechten. Voor individuele melkvee-houders kan deze wetswijziging namelijk grote gevolgen hebben.

Indien u vragen heeft over de huidige ontwikkeling, kunt u mij gerust kosteloos bellen.

Jacoline Kroon

Auteur: Jacoline Kroon

mr ir J.M.M. (Jacoline) Kroon

E: jkroon@aens.nl

T: 085 – 48 77 406