Gevolgen ongehuwd samenwonen zonder samenlevingscontract

Kan uit het gedrag van ongehuwd samenwonenden zonder samenlevingscontract een overeenkomst worden afgeleid?

Op 8 juni 2012 heeft de Hoge Raad een belangrijk arrest gewezen over dit onderwerp. Situatie Partijen hebben in de periode 1992-2005 een affectieve relatie gehad en zij zijn op 1 juni 1993 gaan samenwonen. In 1996 hebben zij samen een huis gekocht. Zij waren toen gelijk draagplichtig voor de hypotheekrente en premie levensverzekering. Partijen hebben tijdens de relatie geen samenlevingscontract gesloten. In 1996 en in 2002 zijn de kinderen van partijen geboren. Na de geboorte van het tweede kind is de vrouw gestopt met werken. De vrouw heeft niet meer bijgedragen aan de voornoemde rente en premies, zonder dat daarover expliciete afspraken zijn gemaakt. Partijen verbreken de samenleving. In geschil is de vraag in hoeverre de vrouw moet meebetalen aan de door de man met betrekking tot de woning betaalde hypotheekrente en premie levensverzekering.

Oordeel rechter

Het hof heeft geoordeeld dat de vrouw draagplichtig is voor de helft van de door de man in de periode 1 september 2002 tot en met 1 april 2009 betaalde hypotheekrente en wat betreft de helft van de door hem in die periode betaalde premie levensverzekering. Volgens het hof is de gelijke draagplicht van de man en de vrouw voor deze lasten, zoals die gold voor de geboorte van het tweede kind, niet gewijzigd, doordat de vrouw is gestopt met werken na die geboorte. Dit berust immers op haar eigen keuze die uitsluitend voor haar rekening en risico komt. De vrouw heeft verder, ondanks het feit dat dat op haar weg lag, geen afspraken met de man gemaakt om van genoemde gelijke draagplicht af te wijken. Ook dit komt voor haar risico. Dit betekent niet dat de man in deze situatie voldeed aan een natuurlijke verbintenis jegens de vrouw. De Hoge Raad is het hier niet mee eens en oordeelt als volgt. In zaken als deze moet zowel de vraag of bepaalde afspraken zijn gemaakt, alsook de vraag welke inhoud die afspraken hebben, worden beantwoord aan de hand van alle omstandigheden van het geval. Daarbij kan acht worden geslagen op het feitelijk handelen van partijen (= de Haviltexmaatstaf). Deze maatstaf geldt ook bij beantwoor-ding van de vraag of afspraken zijn gewijzigd. De Hoge Raad vindt het oordeel van het hof te streng. Het hof heeft onvoldoende aandacht besteed aan de stelling van de vrouw dat zowel de man als zijzelf zich hebben gedragen in overeenstemming met de door hen stilzwijgend gemaakte afspraken en de tussen hen feitelijk gegroeide taakverdeling.

Belang uitspraak

Deze uitspraak is van belang, omdat hieruit volgt dat uit het gedrag van partijen een overeenkomst kan worden afgeleid. Dit kan verstrekkende gevolgen hebben.

 

Auteur: AenS Advocaten

T: 085 – 48 77 400
E: info@aens.nl