IDL-rapport fosfaatrechten moet reëel beeld geven

Het CBb behandelt systematisch de beroepen over de fosfaatrechten. Steeds meer uitspraken druppelen binnen, ook over melkveehouders, die voor of rond 2 juli 2015 een nieuwe stal bouwden. Over de onomkeerbare investeringsverplichtingen en de IDL, die een melkveehouder lijdt, is het CBb snoeihard. Ook schrijnende gevallen worden afgewezen. Het CBb is ook hard over ingediende IDL-rapporten, ook wanneer deze zijn opgesteld door gerenommeerde agrarische accountantskantoren. Hieronder 3 citaten over deze rapporten in 3 uitspraken van 3 september 2019.

Citaten CBb in uitspraken 3 september 2019
ECLI:NL:CBB:2019:380
§ 4.3.3 Voorts mist het door appellante overgelegde accountantsrapport voldoende bewijskracht ter onderbouwing van de door haar gestelde financiële last, reeds omdat het uitgaat van enkele onjuiste aannames. Verweerder stelt terecht dat de accountant met een te lage melkprijs rekent. De berekeningen in scenario 3 zijn onjuist, omdat voor fosfaatrechten die nog moeten worden aangekocht, is gerekend met een, gezien de actuele koersdaling, te hoge (historische) koers. Scenario 1 van het rapport gaat volledig voorbij aan de invoer van het fosfaatrechtstelsel en mist daarom realiteitswaarde. Ook deze beroepsgrond faalt.

ECLI:NL:CBB:2019:381
§ 4.3.4 De door appellante overgelegde liquiditeitsbegrotingen zijn gebaseerd op theoretische prognosecijfers zonder aansluiting met de (daadwerkelijke) kosten van appellante. Bovendien is het onduidelijk of de scenario’s 1 en 2 rekening houden met de generieke korting. Scenario 3 is inmiddels achterhaald, doordat appellante fosfaatrechten heeft aangekocht en hanteert bovendien een te hoge (historische) fosfaatprijs in plaats van de actuele koers. Daarmee missen deze begrotingen voldoende bewijskracht.

ECLI:NL:CBB:2019:382
§ 4.3.4 Het door appellante overgelegde accountantsrapport hanteert op een aantal onderdelen verkeerde vertrekpunten. Het houdt namelijk geen rekening gehouden met de renteopbrengst over het ‘ledenkapitaal’. Dat een deel hiervan – zoals appellante ter zitting heeft verklaard – is gebruikt voor de aankoop van fosfaatrechten, maakt niet dat deze bedragen buiten beschouwing kunnen worden gelaten. Het rapport rekent immers niet met de werkelijk door appellante aangekochte fosfaatrechten en de wijze waarop deze zijn gefinancierd, maar met de theoretische situatie waarin 8.019 kg tegen de marktkoers worden gekocht met geleend geld dat in tien jaar wordt terugbetaald. Het College volgt verweerder ook in zijn standpunt dat de reservering voor vervangingsinvesteringen te hoog is begroot, gelet op de recente ingebruikname van de nieuwe stal en de, volgens benchmark, gebruikelijke normen van een reservering van € 1,- per 100 kg melk. Daarmee mist het accountantsrapport voldoende bewijskracht ter onderbouwing van de door appellante gestelde financiële last.

Tips voor aanvullen/opstellen IDL
Houd voor het opstellen van een goed IDL-rapport dus rekening met het volgende:

  • Behandel 1 scenario met aantal FR waarover het bedrijf op moment van zitting bij het CBb beschikt
  • reken met reële bedragen voor melkprijs, inclusief opslagen, die het bedrijf ontvangt, kosten aanschaf fosfaatrechten enz.
  • Onderbouw aankoop/lease met facturen en ga voor gewenste aankoop uit van huidige marktprijs/Kwin + opslag
  • breng ook de vermogenspositie in beeld, dus laat zien dat er geen eigen vermogen (meer) is om rechten aan te kopen, bijvoorbeeld overlegging jaarrekening
  • Houd een reserveringscapaciteit aan, die niet te hoog en te laag is, maar volgens KWIN
  • Onderbouw de kosten van bouw stal met stukken (facturen) en reken met die kosten door in IDL-rapport;
  • Maak in rapport duidelijk voor hoeveel melkkoeien de stal is en met hoeveel koeien de berekeningen zijn gemaakt. Dit moet natuurlijk ook overeenkomen met de verleende vergunningen.
  • Reken ook evt andere scenario’s door, bijvoorbeeld als een bedrijf nu minder koeien heeft, maar wel grond genoeg, dat het grond verhuurt en wat het opbrengt.

Check al deze punten, anders laat RVO je hierover struikelen en het CBB gaat met RVO mee!

Ervaring tot nu toe
De ervaring leert dat een IDL niet makkelijk wordt aangenomen. Als er geen noodzaak is tot uitbreiding van melkveehouderij, sta je al 1-0 achter. Als de bank niet bij een bedrijf in de nek hijgt, wordt dat 2-0 achter, ook al werkt de melkveehouder zelf 40 u per week buiten de deur om het bedrijf draaiende te houden. Als het IDL-rapport niet precies op maat is met reële uitgangspunten, is het 3-0 achter…

Stel dat aan de 2 eerste voorwaarden er een kans is voor de melkveehouder, laat hem dan niet struikelen over een gebrekkig IDL-rapport.

Jacoline Kroon

Auteur: Jacoline Kroon

mr ir J.M.M. (Jacoline) Kroon

E: jkroon@aens.nl

T: 085 – 48 77 406