Monddoodclausule: rechtsgeldig of ontoelaatbaar?

Een monddoodclausule komt regelmatig voor in overeenkomsten. Met name in koopovereenkomsten en vaststellingovereenkomsten in het kader van gebiedsontwikkeling wordt gebruik gemaakt van een dergelijke clausule. Hoewel de monddoodclausule onder omstandigheden is toegestaan, gelden hiervoor strenge voorwaarden. Voldoet de clausule niet aan deze voorwaarden, dan is deze nietig.

Wat is een monddoodclausule?

De monddoodclausule is de verplichting om geen bezwaar te maken of beroep aan te tekenen tegen besluiten van de overheid voor bouw- en exploitatieplannen van een ander. De clausule wordt opgenomen in gewone (koop)overeenkomsten maar ook notariële leveringsakten en kent vaak boetebedingen waarbij hoge boetes in het vooruitzicht worden gesteld.

Ter illustratie volgt een voorbeeld uit de agrarische praktijk.

Een agrariër is eigenaar van percelen waarop hij een melkveehouderij exploiteert. Naast zijn melkveehouderij ligt nog een aangrenzend perceel dat hij in eigendom heeft. Dit aangrenzende perceel heeft hij verkocht. Om te voorkomen dat de toekomstige eigenaar zich op enig moment zou gaan verzetten tegen zijn bedrijfsactiviteiten – bijvoorbeeld tegen een uitbreiding – heeft hij in de overeenkomst een monddoodclausule opgenomen. Deze clausule beoogt de andere partij de mogelijkheden te ontnemen om gebruik te maken van publiekrechtelijke (rechts)middelen. De monddoodclausule tast dus de rechtspositie van de contractspartij aan.

Grondrechten en contractsvrijheid

Uit rechtspraak volgt dat de monddoodclausule onder omstandigheden toelaatbaar is. Met een monddoodclausule wordt immers afstand gedaan van de toegang tot rechtsbescherming. Dit recht op rechtsbescherming is neergelegd in artikel 17 van de Grondwet, artikel 6 van het EVRM en artikel 14 IBPR. Dit zijn fundamentele rechtsbeginselen. Een monddoodclausule moet verenigbaar zijn met deze fundamentele rechtsbeginselen. Tegelijkertijd kennen wij het beginsel van contractsvrijheid. Dit houdt in dat een ieder vrij is om te bepalen met wie hij een contract afsluit en wat de inhoud van het contract is.

Bij de toetsing van een monddoodclausule kan een botsing ontstaan tussen het beginsel van contractsvrijheid en het beginsel van vrije toegang tot de rechter. De rechter zal een zorgvuldige afweging maken tussen het belang van contractsvrijheid en het recht op vrije toegang tot de rechter.

Voorwaarden monddoodclausule

De monddoodclausule is toelaatbaar als aan de volgende twee strenge voorwaarden is voldaan:

  • Uit de monddoodclausule moet duidelijk blijken met betrekking tot welke concrete plannen en voor welke duur afstand wordt gedaan van het recht op bezwaar en beroep;
  • De monddoodclausule mag zich niet uitstrekken tot rechtsopvolgers.

Indien een monddoodclausule niet aan de bovenstaande voorwaarden voldoet, is deze nietig. Dat wil zeggen dat deze vanaf het begin af aan niet heeft bestaan. In de praktijk is een monddoodclausule al snel nietig, omdat bepalingen vaak te algemeen en te ruim zijn geformuleerd en er geen termijn aan is gebonden.

Toch weet je pas zeker dat een bepaling nietig is als de rechter dat heeft verklaard. Daarom gaat tot dat moment een zekere afschrikwekkende werking uit van het beding zeker met een hoge boete.

Aanbevelingen

Contractspartijen doen er goed aan de reikwijdte van de monddoodclausule zo gedetailleerd mogelijk vast te leggen. Hierdoor is het duidelijk ten aanzien van welke plannen de wederpartij afstand doet van publiekrechtelijke rechtsmiddelen. Ook is het goed om de termijn waarvoor de monddoodclausule geldt vast te leggen.

Wenst u zelf een monddoodclausule in een overeenkomst op te nemen of wordt u geconfronteerd met een monddoodclausule en twijfelt u aan de geldigheid daarvan, dan helpen wij u graag verder.

Melissa Heuvink

Auteur: Melissa Heuvink

mr M.J. (Melissa) Heuvink

E: mheuvink@aens.nl

T: 085 – 48 77 418