Pacht of geen pacht?

Blijft een pachtovereenkomst na wijziging pacht?

Voor beantwoording is niet van belang hoe partijen de overeenkomst noemen, maar welke invulling partijen aan de overeenkomst geven. De pachtkamer van het gerechtshof in Arnhem heeft hierover een richtinggevende uitspraak gedaan.

Situatie

In de betreffende zaak bestond tussen partijen een reguliere pachtovereenkomst. Na verloop van tijd hebben partijen in overleg besloten om de landerijen uit de pacht te doen en het melkquotum te verkopen. De overeenkomst bleef alleen in stand voor de hoeve. De pachter kreeg toestemming om in de ligboxstal caravans te stallen. Partijen hebben deze wijziging in een pachtwijzigingsovereenkomst vastgelegd en deze is door de grondkamer goedgekeurd. Partijen bleven de verhouding ook als pacht zien en benoemden deze ook zo. De eigenaar heeft geheel in die lijn op enig moment de pacht opgezegd. De pachter heeft van zijn recht op verzet geen gebruik gemaakt en de verpachter meende dat bij gevolg de overeenkomst per einddatum eindigde. De pachter stelde zich daarna op het standpunt dat hij niet hoefde te vertrekken, omdat er van pacht geen sprake meer was. Verpachter vorderde in kort geding ontruiming bij de pachtkamer. Deze verklaarde zich echter onbevoegd aangezien na het tot stand komen van de wijzigingsovereenkomst geen sprake meer was van pacht.

Oordeel rechter

De pachtkamer van het gerechtshof heeft dit oordeel bekrachtigd. Zij overwoog dat partijen bij het sluiten van de overeenkomst niet alleen de omvang van het voorwerp van gebruik hadden gewijzigd, maar ook een wijziging in de aard van het gebruik waren overeengekomen. De pachter hoefde de gronden niet langer ter uitoefening van de landbouw te gebruiken. De overeenkomst behelsde daarmee een beëindiging van de pacht en het aangaan van een huurovereenkomst voor het vervolg. Het feit dat partijen hun overeenkomst zelf als pachtwijzigingsovereenkomst hadden gekwalificeerd en daarnaar handelden deed daaraan niet af. Voor de bevoegdheid van de pachtkamer is de werkelijk tussen partijen bestaande rechtsverhouding en zoals deze tussen partijen feitelijk was overeengekomen, beslissend.

Aandachtspunt voor de praktijk

In de kern is dit oordeel vergelijkbaar met de situatie waarbij beoordeeld moet worden of er sprake is van een pachtovereenkomst. Bijvoorbeeld bij schriftelijke vastlegging. Ook dan geldt dat het er niet toe doet hoe partijen de overeenkomst duiden: grasverkoop, huur, met grondgebruikersverklaring of een andere term. De rechtsverhouding zoals deze werkelijk is, is bepalend. Daar is sinds de wijziging van het pachtrecht in 2007 nog bijgekomen dat voor het bestaan van een pachtovereenkomst niet alleen vereist is dat de betreffende onroerende zaak ter uitoefening van de landbouw in gebruik is gegeven, maar bovendien dat dit gebruik bedrijfsmatig moet zijn.

Uitspraak Pachtkamer gerechtshof Arnhem 10 juli 2012, LJN BX3537

Auteur: AenS Advocaten

T: 085 – 48 77 400
E: info@aens.nl