Planschade in natura: uitbreiding bebouwingsoppervlakte gaat niet door

De uitbreiding van een boerderij gaat niet door. De gemeenteraad van Waadhoeke wilde meewerken aan verruiming van het bestemmingsplan (om de planschade in natura te vergoeden), maar wordt in een recente uitspraak van 4 augustus 2021 teruggefloten door de Raad van State omdat de provinciale ‘Verordening Romte’ uitbreiding verbiedt.

Wat was er aan de hand?

Het plangebied had in het bestemmingsplan “Buitengebied 2001’ bouwmogelijk heden voor 3.000 m2 intensieve veehouderij. In een bestemmingsplan van 2013 verdwenen die bouwmogelijkheden grotendeels, de raad wil dat herstellen.

Planschade in natura

Een van de drijfveren van de raad om (weer) een nieuw bestemmingsplan vast te stellen, strekkende tot herstel van bouwmogelijkheden, is dat anders (wellicht) planschade in geld moet worden vergoed aan de agrariër. Een tegemoetkoming in planschade kan inderdaad bestaan uit compensatie in natura. Onder omstandigheden mag de gemeenteraad het laten vervallen van de schadeveroorzakende bestemming meer aanvaardbaar achten dan compensatie van het planologisch nadeel in geld (ECLI:NL:RVS:2015:3767). Zoals hierna blijkt, slaag de raad daar niet in vanwege provinciaal beleid. Compensatie van planologisch nadeel in geld is daarom misschien toch nodig.

Roet in het eten gegooid

Een omwonende kan zich niet in het bestemmingsplan vinden. Volgens hem is het besluit in strijd met de Verordening Romte Fryslân 2014 vastgesteld. Dit baseert hij op het feit dat het plan voorziet in een uitbreiding. Het nieuwe plan maakt namelijk bedrijfsbebouwing van maximaal 2.400 m2 mogelijk en een bedrijfswoning van maximaal 200 m2. In haar uitspraak geeft de Afdeling hem grotendeels gelijk.

Verordening Romte

De omwonende stelt dat het plan door de raad in strijd met artikel 4.3.1. van de Verordening Romte is vastgesteld. Dit artikel bepaalt dat in een ruimtelijk plan voor landelijk gebied uitbreiding van een bestaand bedrijf tot maximaal 50% van het bestaande bebouwde oppervlak en maximaal 50% van het bestaande bestemmingsvlak kan worden toegestaan. Dit kan indien in de plantoelichting is onderbouwd dat het bedrijf milieuhygiënisch en verkeerskundig inpasbaar is in de omgeving en het plan voorziet in een goede inpassing binnen de landschappelijke en cultuurhistorische kernkwaliteiten.

Oppervlakte bedrijfsbebouwing

Uit de inspraakreactie van de Provincie Fryslân volgt dat de bestaande bedrijfsbebouwing 610 m2 bedraagt. Gelet op artikel 4.3.1. van de Verordening Romte, mag deze bebouwing met ongeveer 305 m2 worden uitgebreid. De Afdeling oordeelt gelet daarop dat niet wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 4.3.1. van de Verordening Romte.

Goede inpassing kernkwaliteiten

De Gemeenteraad stelde dat een goede landschappelijke inpassing moet worden gerealiseerd. De Afdeling constateerde vervolgens dat artikel 3.2.1. van de planregels bepaalt dat binnen 2 jaar na de bouw van nieuwe bedrijfsgebouwen sprake dient te zijn van realisatie en instandhouding van de landschappelijke inpassing, zoals in de uitgangspunten van de plantoelichting genoemd. De Afdeling oordeelt dat deze verwijzing een goede inpassing in het landschap zoals in de Verordening Romte bedoeld niet borgt. Het bevat slechts uitgangspunten. Een uitwerking van de landschappelijke inpassing ontbreekt. De Afdeling oordeelt dat niet is voldaan aan de in artikel 4.3.1. Verordening Romte neergelegde voorwaarde.

Slot

Het beroep van de omwonende wordt voor gegrond verklaard. De Afdeling stelt vast dat sprake is van strijd met de Verordening Romte en van een nieuwe stedelijke ontwikkeling waardoor het besluit in strijd met het Besluit ruimtelijke ordening is. Het besluit is door de Afdeling vernietigd en het vorige plan herleeft totdat de raad een nieuw plan vast stelt en deze in werking treedt.

Auteur: AenS Advocaten

T: 085 – 48 77 400
E: info@aens.nl