Planschadejurisprudentie “normaal maatschappelijk risico”

De rechtbank Utrecht zet de door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: “Afdeling”) ingezette lijn ter zake van de uitleg van het begrip “normaal maatschappelijk risico” voort. In haar uitspraak van 29 februari 2012 oordeelde de Afdeling dat eventuele schade die voortvloeit uit een planologische wijziging die kwalificeert als een normale maatschappelijk ontwikkeling, onder het normaal maatschappelijk risico valt (zie ook een eerder artikel). In die zaak betrof het de inbreiding van woningen in een bestaande (dorpse) woonkern. De rechtbank Utrecht zet deze lijn voort in haar uitspraak van 20 juli 2012 (LJN: BX5445). Daar betrof het de uitbreiding van het stadskantoor van de gemeente Vianen, welk kantoor zich in het stadscentrum bevindt. Een omwonende stelde daardoor (plan)schade te lijden en verzocht het college om tegemoetkoming. Volgens de gemeentelijke adviseur is de schade hooguit marginaal en komt deze niet voor vergoeding in aanmerking vanwege het feit dat die schade tot het normaal maatschappelijk risico behoort.

De rechtbank Utrecht bevestigt dit door te overwegen dat de uitbreiding van “een dergelijk” stadskantoor naar een of meer direct aanliggende panden of percelen in de lijn der verwachting ligt. Voorts achtte de rechtbank Utrecht van belang dat de woning van verzoeker in het stadscentrum is gelegen, en niet in een woonwijk (waar uitbreiding van centrumfuncties veel minder voor de hand zou liggen). De rechtbank heeft nog overwogen dat de verzoeker de woning al in 1979 betrok, maar besteedt daar verder geen aandacht aan. Terecht, omdat het niet doorslaggevend is of er destijds reeds sprake zou zijn geweest van een te verwachten planologische wijziging. In de loop der jaren kan de invulling van het begrip “ normale maatschappelijke ontwikkeling” veranderen. De in de jurisprudentie ingezette lijn over het normaal maatschappelijk risico kan in “gewone mensentaal” zo worden uitgelegd dat tegemoetkoming in planschade kan worden toegekend als de planologisch mogelijk gemaakte ontwikkeling kwalificeert als een voor de buurt “vreemde” ontwikkeling. Tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht kan nog hoger beroep worden ingesteld.

Richard van Baalen

Auteur: Richard van Baalen

mr M.J.H. (Richard) van Baalen

E: rvbaalen@aens.nl

T: 085 – 48 77 408