De Natuurtoets in het bestemmingsplan

De Wet natuurbescherming werkt ook door in het bestemmingsplan. Bij het maken van een bestemmingsplan moet een gemeente in kaart brengen wat de maximale gevolgen van dat bestemmingsplan zijn voor de nabij gelegen Natura 2000-gebieden. Dit gebeurt in een zogenaamde passende beoordeling. De gemeenteraad mag een bestemmingsplan alleen goedkeuren als uit de passende beoordeling blijkt dat het bestemmingsplan de natuurlijke kenmerken van het Natura 2000-gebied niet verder aantast. De passende beoordeling bij een bestemmingsplan leidt vaak tot discussie. Want zijn de maximale gevolgen wel goed in beeld gebracht? En hoe zit het met een project dat op grond van de PAS is toegestaan?

Opstellen passende beoordeling
Voor het opstellen van de passende beoordeling betrekken gemeenten de natuurvergunningen, die in het plangebied voor de diverse projecten zijn verleend. Door alle maximaal toegestane belasting op te tellen, weet de gemeente wat de maximale gevolgen van het bestemmingsplan zijn voor de nabij gelegen Natura 2000-gebieden. Zo wordt de feitelijk bestaande legale situatie vastgelegd. Verdere aantasting van deze natuurlijke kenmerken door het bestemmingsplan is uitgesloten. In de praktijk betekent dit voor veel agrarische gemeenten dat de Natuurvergunningen van alle agrarische bedrijven in kaart worden gebracht voor de passende beoordeling.

PAS voor veehouderijen
Vanaf 2015 is voor veel veehouderijen met toepassing van de PAS toestemming verleend voor projecten met mogelijke gevolgen voor Natura 2000-gebieden. De PAS maakte projecten bij Natura 2000-gebieden mogelijk, ondanks een toename van stikstofdepositie op het Natura 2000-gebieden. Deze toename werd (op termijn) gecompenseerd door stikstofreducerende maatregelen. Op 29 mei 2019 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak de PAS afgeschoten. De PAS was geen goede implementatie van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijnen. Projecten, waarvoor eerder een PAS-toestemming was verleend, moeten opnieuw een Natuurvergunning krijgen. De kaders voor deze vergunningverlening zijn nog steeds onduidelijk en het aanvragen van een Natuurvergunning is momenteel lastig. Een Natuurvergunning zal waarschijnlijk alleen kunnen worden verleend als het project de natuurlijke kenmerken van het Natura 2000-gebied niet aantast. Het komt dan waarschijnlijk aan op intern salderen.

Geen goede passende beoordeling bij PAS-melding
Door het afschieten van de PAS, beschikken niet alle vergunningplichtige bedrijven over een geldige natuurvergunning. Over de vaststelling van het bestemmingsplan Halderberge oordeelde de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dat natuurvergunningen in principe een één-op-één-inpassing waarborgen in het bestemmingsplan, maar dat dit anders ligt voor natuurvergunningen, die met gebruikmaking van het PAS zijn verleend. De PAS is immers niet meer geldig. Een passende beoordeling, waarbij gebruik is gemaakt van de PAS-meldingen geeft onvoldoende waarborgen dat de natuurlijke kenmerken niet verder worden aangetast.

Wat nu?
De stikstofcrisis duurt nog steeds voort. Veel PAS-bedrijven weten nog niet waar zij aan toe zijn. Dit geldt dan ook voor gemeenten. Bij het opstellen van de passende beoordeling voor een nieuw bestemmingsplan zullen gemeenten voor de PAS-bedrijven moeten nagaan welke nadelige gevolgen juridisch maximaal mogelijk zijn. Dat zal redelijk gaan, wanneer een bedrijf met zijn project/activiteiten kan terugvallen op een eerdere Natuurvergunning. Lastiger is het wanneer de PAS-melding zag op toename van de nadelige gevolgen voor het Natura 2000-gebied. In die gevallen lijkt het opstellen van een passende beoordeling niet mogelijk. Zou er dan ook geen nieuw bestemmingsplan komen? De stikstofcrisis werkt zo nog verder door.


ABRS 9 oktober 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3417 (bestemmingsplan Halderberge)
ABRS 29 mei 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1603 (vernietiging PAS)

Jacoline Kroon

Auteur: Jacoline Kroon

mr ir J.M.M. (Jacoline) Kroon

E: jkroon@aens.nl

T: 085 – 48 77 406