Handhaving fosfaatrechten: schikken of strijden?

Het Openbaar Ministerie heeft de handhaving van fosfaatrechten opgepakt. Veel melkveehouders, die eerder een tekort aan fosfaatrechten hadden, ontvangen een brief van het Openbaar Ministerie (OM) met een transactievoorstel. Wat kun je hiermee? Wat is verstandig? In deze blog ga ik verder in op de achtergrond van deze handhaving van fosfaatrechten en opties, die er zijn.

Handhaving via strafrecht

Een melkveehouder mag niet meer fosfaat met melkvee produceren dan het aantal fosfaatrechten, waarover hij beschikt. Dit heet het uitbreidingsverbod. Overtreding van dit uitbreidingsverbod is een economisch delict. Dit is strafbaar op grond van de Wet op de economische delicten. Bij economische delicten gaat het er niet om, of je opzettelijk het uitbreidingsverbod hebt overtreden. Het enkele feit dat je tekort aan fosfaatrechten had is al voldoende om een straf te krijgen. Deze handhaving is dus anders dan overtreding van de gebruiksnormen stikstof en fosfaat uit de Meststoffenwet. Dan loopt de handhaving via het bestuursrecht met een vast bedrag per kilogram stikstof of fosfaat. Tegen die boetes kun je bezwaar maken en naar de bestuursrechter gaan.

Proces-verbaal NVWA

Als de NVWA in haar registratie een tekort aan fosfaatrechten ziet, komt zij langs voor een verhoor. Vaak is de melkveehouder dan al verdachte en mag hij vragen om zijn advocaat aanwezig te laten zijn. De melkveehouder is niet verplicht tot het antwoorden van de vragen (zwijgrecht). De gedachte is dat je niet gedwongen kunt worden aan je eigen veroordeling mee te werken. Wel is de melkveehouder verplicht om mee te werken aan het verzamelen of afstaan van bewijs, dat niet afhankelijk van de wil is verkregen. Dat zijn bijvoorbeeld gegevens over de melkproductie en aantallen gehouden dieren. De NVWA stuurt het proces-verbaal naar het OM, afdeling Functioneel Parket.

Beslaglegging onder melkveehouder

Als het OM denkt dat de melkveehouder veel te weinig fosfaatrechten had, en dus een grote(re) boete is verschuldigd, kan het OM beslag laten leggen op eigendommen van de melkveehouder. Meestal is dat beslag op landerijen. Zo is het OM zeker dat de later op te leggen boete wordt betaald. Deze beslaglegging is toegestaan en slechts in bijzondere gevallen is het mogelijk dit beslag te laten opheffen voordat de strafzaak is afgelopen.

Transactievoorstel OM

Voordat het OM overgaat tot vervolging, stuurt het een brief. Daarin doet het OM een transactievoorstel voor 1) betaling van een bedrag ter voorkoming van strafvervolging en 2) betaling van een bedrag voor ontneming van het wederrechtelijk gekregen voordeel. Het eerste bedrag kun je zien als een soort boete voor overtreding van het uitbreidingsverbod. Het tweede komt (ongeveer) overeen met het tekort aan fosfaatrechten x leaseprijs in betreffend jaar. Na ontvangst van deze brief kan een advocaat voor deze melkveehouder via zijn advocaat het procesdossier opvragen. Dan kan de melkveehouder nagaan waarop het transactievoorstel precies is gebaseerd.

Wel akkoord?

Als je akkoord gaat en de bedragen betaalt, gaat het OM niet verder met de vervolging. De zaak is dan klaar en de melkveehouder hoeft niet meer bij de rechter te komen. Bij het treffen van een schikking krijgt de melkveehouder nog wel een aantekening op zijn strafblad. Overigens krijgt iedereen, die wordt verdacht van een misdrijf en waarvan het OM de zaak in behandeling neemt, een aantekening in de justitiële documentatie (=strafblad).

Niet akkoord?

Als je niet akkoord gaat met het transactievoorstel, zal het OM de melkveehouder gaan dagvaarden, dus oproepen om bij de strafrechter te verschijnen. Dat gebeurt niet direct, maar kan zo nog een aantal maanden of een jaar duren. In de zitting bij de rechter zal deze eerst nagaan of het uitbreidingsverbod is overtreden. Daarna zal hij kijken naar de bijzondere omstandigheden. Die moet de melkveehouder wel zelf aandragen en onderbouwen. Omdat overtreding van het uitbreidingsverbod een economisch delict is en het niet uitmaakt of het opzettelijk is begaan of niet, spelen de bijzondere omstandigheden een minder grote rol. Dit betekent niet dat strijden niet zinvol is, maar het moet wel gaan om echt bijzondere omstandigheden, vooral van financiële aard, bijvoorbeeld dat het bedrijf erg slecht ging en dat door bijzonder beheer al veel meer rente is betaald.

Dit neemt niet weg dat een melkveehouder door overlegging van stukken kan aantonen dat de overtreding hem veel minder te verwijten is, of dat hij door het stelsel van fosfaatrechten al heel zwaar was geraakt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan overlegging bankstukken, waaruit blijkt dat minder koeien houden geen optie was om het bedrijf niet failliet te laten gaan, of aantonen dat er nog een gerechtelijke procedure over vaststelling van fosfaatrechten liep.

Schikken of strijden?

Bij bijzondere omstandigheden kan het zinvol zijn om niet op het transactievoorstel in te gaan, maar de zaak te laten voorkomen bij de rechter. Uit ervaring blijkt dat bijzondere omstandigheden van een veehouder van invloed kunnen zijn bij het verminderen van de ‘boete’, maar minder bij het onderdeel ‘ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel’. Het moet immers niet gaan lonen dat een melkveehouder wordt beloond voor het overtreden van het uitbreidingsverbod, terwijl andere melkveehouders juist extra fosfaatrechten hadden geleased om overtreding te voorkomen. Als er geen sprake is van bijzondere omstandigheden, is het verstandig om op het transactievoorstel in te gaan. De kans is dan veel kleiner dat de boete en ontneming, die de rechter uitspreekt, lager wordt.

Vragen?

Heeft u vragen naar aanleiding van deze blog? Bel gerust!

Jacoline Kroon

Auteur: Jacoline Kroon

mr ir J.M.M. (Jacoline) Kroon

E: jkroon@aens.nl

T: 085 – 48 77 406