Minder klachtrecht bij bestemmingswijzigingen en vergunningen (juli 2008)

Sinds 1 juli 2005 zijn de regels om op te komen tegen overheidsbesluiten op het gebied van ruimtelijke ordening en milieu op cruciale punten gewijzigd. De procedures voor deze besluiten staan niet altijd meer open voor iedereen, maar slechts voor belanghebbenden. Verder is de voorbereidingsprocedure vereenvoudigd en geldt deze voor meer besluiten. Tot 1 juli 2005 kon “een ieder” een zienswijzen (of bedenkingen) naar voren brengen in de voorbereidingsfase van besluiten, zoals de wijziging van een bestemmingsplan, een artikel 19 WRO-vrijstelling of een milieuvergunning. Deze personen konden vervolgens allemaal in beroep gaan bij de rechtbank of de Raad van State. Dit werd wel de “actio popularis” genoemd. Na de wetswijziging staan deze procedures in beginsel alleen nog open voor belanghebbenden. Een uitzondering geldt daarbij nog voor bestemmingsplanwijzigingen en artikel 19 WRO-procedures. Daarbij mag nog “een ieder” zienswijzen indienen in de voorbereidingsprocedure, maar het beroep op de rechter staat dan alleen nog open voor belanghebbenden. Onder belanghebbenden wordt verstaan degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om degene aan wie het besluit is toegestuurd, omwonenden die direct zicht hebben of last hebben van de gevolgen van het besluit, of eigenaren van omliggende percelen.

Deze wetswijziging heeft geen gevolgen voor milieuorganisaties die overal in het land beroep instellen tegen milieuvergunningen van veehouders. Deze organisaties zijn rechtspersonen die blijkens hun statuten algemene of collectieve milieubelangen behartigen en daarmee ook belanghebbende kunnen zijn in het hele land. Verder is bij deze wetswijziging de voorbereidingsprocedure vereenvoudigd, omdat de twee bestaande voorbereidingsprocedures zijn opgegaan in de uniforme openbare voorbereidingsprocedure. Deze procedure wordt nu van toepassing op tal van besluiten. De term “bedenkingen” is in deze procedure afgeschaft en vervangen door de term “zienswijze”. Voor de praktijk is nog van belang, dat in de voorbereidingsprocedure niet meer kan worden volstaan met een pro forma zienswijze. Er moet een gemotiveerde zienswijze worden ingediend.

Piet-Hein van Spanje

Auteur: Piet-Hein van Spanje

mr P.H.N. (Piet-Hein) van Spanje

E-mail: pvspanje@aens.nl

T: 085 – 48 77 403