Verkeersboetes werknemers (juli 2008)

Veel werknemers rijden een auto van de zaak. Soms drukt de werknemer het gaspedaal iets te ver in en ontvangt de werkgever daarvoor een verkeersboete. Mag de werkgever deze verkeersboete inhouden op het loon van de werknemer? De Hoge Raad heeft onlangs hierover uitspraak gedaan.

Werking oplegging verkeersboetes

Wanneer iemand geflitst wordt, krijgt de persoon op wiens naam de auto staat, de bekeuring op de deurmat. Ongeacht wie er te hard heeft gereden. De eigenaar van de auto moet de boete betalen. Hij moet er zelf voor zorgen dat hij het geld van de overtreder terug ontvangt. Wanneer iemand wordt aangehouden door de politie voor een verkeersovertreding gaat het anders. Dan krijgt de bestuurder zelf de boete, ongeacht van wie de auto is. Voor de begin jaren ‘90 was de bovenstaande situatie ook zo, maar toen kon de eigenaar van de auto aan de boete ontkomen wanneer hij de naam en het adres van de bestuurder doorgaf. Nu kan dat niet meer.

Arrest Hof Den Haag: werkgever betaalt

Op 12 mei 2006 heeft het gerechtshof Den Haag (JAR 2006,137) uitspraak gedaan over de vraag of een werkgever verkeersboetes mag verhalen bij werknemers die de verkeersovertreding hebben begaan. Het ging hier om een situatie bij TPG Post. TPG Post verhaalde de verkeersboetes bij de werknemers. Een werknemer en een vakbond waren het hier niet mee eens en vonden dat de werkgever deze boetes zelf moest betalen. Zij verwezen daarbij naar de wet waarin staat dat wanneer de werkgever schade lijdt als gevolg van een gedraging van een werknemer, de werknemer hiervoor niet aansprakelijk is (artikel 7:661 BW). De werknemer kan wel aansprakelijk zijn wanneer sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid. Uit omstandigheden van het geval kan deze regel anders werken. Het Hof oordeelde dat deze wettelijke bepaling ook van toepassing was bij verkeersboetes. In beginsel kan de werkgever deze boetes dus niet verhalen bij werknemers. Alleen wanneer de boete een snelheidsovertreding betreft van meer dan 10 km/ per uur, kan de werkgever deze boete verhalen bij zijn werknemer. In dat geval wordt namelijk aangenomen dat sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid.

Arrest Hoge Raad: werknemer betaalt

TPG Post was niet blij met het oordeel van het Hof en kwam hier met succes tegen op. De Hoge Raad (13 juni 2008, C06/232HR) oordeelde dat bij het verhaal van verkeersboetes sprake is van een omstandigheid die ervoor zorgt dat de regel van artikel 7:661 BW anders moet werken. De Hoge Raad overweegt als volgt. Wanneer de werkgever de boetes niet kan verhalen bij werknemers, ontstaat er een niet te verklaren onderscheid tussen werknemers die een auto van de zaak rijden, of die de auto op eigen naam hebben staan. Dit onderscheid kan ook ontstaan wanneer iemand wordt aangehouden in plaats van geflitst. In de laatste gevallen moet namelijk de werknemer zelf de boete betalen en kan hij deze niet verhalen op de werkgever, behalve in bijzondere gevallen. Dit terwijl de werknemer die een auto van de zaak rijdt en wordt geflitst de (zelfde) boete niet zelf hoeft te betalen. Daar komt bij dat bij de wijziging van de wijze van inning van verkeersboetes, de wetgever waarschijnlijk niet heeft bedoeld dat werkgevers in vervolg boetes van werknemers zelf moesten betalen. Daarom vindt de Hoge Raad dat werkgevers de door werknemers verbeurde boetes mogen verhalen bij werknemers.

Conclusie

Een werkgever mag de door de werknemer verbeurde boetes van verkeersovertredingen verhalen bij werknemers, door bijvoorbeeld inhouding op het loon. Hier moet wel rekening worden gehouden met de beslagvrije voet. Moraal: rijd ook met de auto van de zaak niet te hard!

Auteur: AenS Advocaten

T: 085 – 48 77 400
E: info@aens.nl