Regeerakkoord: hervormingen ontslagrecht

De partijen PvdA en VVD hebben maandag 29 oktober 2012 het regeerakkoord gepresenteerd. Onderdeel van de plannen is een hervorming van het ontslagrecht. Hier wordt al jaren over gesproken, zonder enig resultaat. De vraag is of het nu wel tot een hervorming komt. De regering wil in overleg met de sociale partners overeenstemming bereiken over de hervormingen. Ik kan mij zo voorstellen dat de sociale partners nogal het een en ander hebben af te dingen op de plannen. Hoe dan ook, hieronder schets ik kort de meest in het oog springende plannen uit het regeerakkoord ten aanzien van het ontslagrecht.

Adviesaanvraag UWV

Als een werkgever een werknemer wil ontslaan, zal de werkgever eerst advies moeten aanvragen bij de Uitvoeringsorganisatie Werknemersverzekeringen (UWV). Deze zal dan het voorgenomen ontslag moeten toetsen aan de criteria voor rechtmatig ontslag. Het UWV brengt “slechts” een advies uit. De werkgever mag van het advies afwijken en de werknemer toch ontslaan met inachtneming van de opzegtermijn. Rechterlijke toets achteraf Een ontslagen werknemer kan zich echter tot de rechter wenden. De rechter dient dan het advies van het UWV zwaar mee te wegen en past dezelfde toetsingscriteria toe als het UWV. Als de rechter oordeelt dat het ontslag onterecht is of in hoofdzaak te wijten is aan de werkgever, dan kan de rechter de werknemer een vergoeding toekennen. Bij afwijking van het advies van het UWV door de werkgever kan de rechter ook het ontslag ongedaan maken. De vergoeding die de rechter kan toekennen bedraagt maximaal een half maandsalaris per dienstjaar met een maximum van € 75.000,–.

Beperkte ontslagroute via rechter

De route via de kantonrechter komt grotendeels te vervallen. Alleen wanneer de werkgever een werknemer wil ontslaan in strijd met een opzegverbod of een contract voor bepaalde tijd tussentijds wil eindigen terwijl niet is voorzien in deze mogelijkheid, kan de werkgever zich tot de rechter wenden.

Transitiebudget

De werkgever is aan elke werknemer die hij onvrijwillig ontslaat of waarvan het contract van meer dan een jaar niet wordt verlengd een transitiebudget verschuldigd voor scholing. Het budget bedraagt een kwart maandsalaris per dienstjaar met een maximum van vier maandsalarissen. Alleen wanneer het ontslag is ingegeven door een slechte financiële situatie van de werkgever en de werkgever failliet dreigt te gaan wanneer hij deze transitiebudgetten moet betalen, kan dit achterwege blijven.

WW

De uitkeringsduur van een werkloosheidsuitkering wordt in de plannen ook bekort. De duur wordt maximaal 24 maanden, waarvan 12 maanden zijn gekoppeld aan het laatstverdiende loon en 12 maanden zijn gekoppeld aan het minimumloon. De eerste 10 gewerkte jaren bouwt een werknemer een maand WW per dienstjaar op, daarna een halve maand per dienstjaar. Voor ontslagen 55-plussers gaat de inkomensvoorziening voor oudere werklozen (IOW) gelden. De WW-premie voor de werkgevers wordt verhoogd. Dit ter compensatie van het financiële voordeel dat de werkgever heeft bij deze voorgenomen hervormingen.

SLOTSOM

Hierboven heb ik in het kort de belangrijkste plannen geschetst inzake het individuele ontslagrecht. Wij moeten afwachten wat er van deze plannen terecht komt. Ik acht het in dit stadium en gezien de ervaringen in het verleden, nog te vroeg om op deze plannen te anticiperen bij ontslagzaken. Echter, in het verleden (niet) behaalde resultaten, bieden geen garantie voor de toekomst…

Auteur: AenS Advocaten

T: 085 – 48 77 400
E: info@aens.nl