Uitbreiding veehouderijen bij Natura 2000-gebieden

De Natuurbeschermingswet 1998 wil natuur beschermen in Natura 2000-gebieden. Deze gebieden zijn inmiddels bijna allemaal definitief aangewezen. Veehouderijen bij deze gebieden – met name intensieve – kunnen vaak niet meer uitbreiden, omdat daardoor teveel ammoniakdepositie op het Natura 2000-gebied zou plaatsvinden.

Wettelijk kader

De Nbw-1998 bepaalt dat voor projecten of handelingen die Natura 2000-gebieden kunnen verslechteren of significant verstoren een vergunning is vereist. Deze vergunningplicht geldt niet voor bestaand gebruik. Bij vergunningverlening kunnen de gevolgen van stikstofdepositie buiten beschouwing worden gelaten, wanneer de handeling bestond op de referentiedatum en sindsdien niet of niet in betekenende mate is gewijzigd en sindsdien per saldo geen toename van stikstofdepositie heeft veroorzaakt. Ook kan de stikstofdepositie buiten beschouwing worden gelaten wanneer de handeling na de referentiedatum is begonnen of het gebruik dat na de referentiedatum in betekenende mate is gewijzigd, waarbij de stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden door die activiteit per saldo niet is toegenomen of zal toenemen. Onder referentiedatum wordt verstaan: 7 december 2004 of de datum dat het gebied op grond van de Vogelrichtlijn is aangewezen.

Problemen in de praktijk

Bij deze wettelijke bepalingen rijzen in de praktijk twee problemen:

1) voor elke individuele uitbreiding moet worden nagegaan of deze is toegestaan,

2) heel vaak is sprake van een overbelaste situatie, waardoor uitbreiding niet mogelijk is.

Om tegemoet te komen aan deze problemen hebben de provincies beleid gemaakt. Zo bepaalt de provincie Gelderland bijvoorbeeld dat voor elke veehouderij een drempelwaarde geldt, waaronder geen Nbw-vergunning noodzakelijk is. Ook komt er een salderingsbank. Dit houdt in dat binnen een provincie bedrijven stikstofrechten van stoppende bedrijven kunnen overnemen. Deze initiavieven kunnen heel goed zijn. Het is echter de vraag, of zij zich wel verhouden met de Natuurbeschermingswet 1998. Daarin gaat het namelijk niet om de stikstofuitstoot uit een bedrijf, maar de gevolgen van de depositie van ammoniak op een Natura 2000-gebied. Hierdoor zouden op basis van provinciaal beleid bedrijven vergunningplichtig kunnen zijn, hoewel dat niet zo is op basis van de Nbw 1998. Aankoop van stikstof uit de salderingsbank zou tot gevolg kunnen hebben dat ammoniakdepositie van een bedrijf bij gebied X wordt verplaatst naar depositie op gebied Y. Ook hier is de vraag of dit zich verhoudt met de Natuurbeschermingswet 1998.

Let wel!

Een NBW-vergunning die verleend is door de provincie, kan daarom strijdig zijn met de letter van de Natuurbeschermingswet 1998. Het is nog niet duidelijk hoe de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State hier mee omgaat.

Jacoline Kroon

Auteur: Jacoline Kroon

mr ir J.M.M. (Jacoline) Kroon

E: jkroon@aens.nl

T: 085 – 48 77 406