Wijziging opbouw vakantiedagen met ingang van 1 januari 2012

De wetswijziging over opbouw van vakantiedagen tijdens ziekte, treedt op 1 januari 2012 in werking. Dinsdag 24 mei 2011 heeft de Eerste Kamer met het wetsvoorstel ingestemd. Hieronder in het kort de meeste in het oog springende wijzigingen.

Oorzaak wijziging: Schultz-arrest van het Europese Hof In januari 2009 heeft het Europese Hof van Justitie het Schultz-arrest gewezen. In dit arrest heeft het Hof duidelijk gemaakt dat een lidstaat het ontstaan van het recht op vakantie niet afhankelijk mag stellen van een voorwaarde. In Nederland gebeurt dat echter wel bij zieke werknemers. Werkt een werknemer namelijk niet of minder in verband met ziekte, dan heeft de werknemer minder recht op vakantie. Omdat de Nederlandse regelgeving in strijd is met de Europese Richtlijn, past de wetgever met ingang van 1 januari 2012 de wet aan.

Belangrijkste wijzigingen met ingang van 1 januari 2012

Vakantieopbouw gelijk

Met ingang van 1 januari 2012 is de minimumvakantieopbouw voor gezonde werknemers gelijk aan de minimumvakantieopbouw van zieke werknemers. Dus een zieke werknemer bouwt met ingang van 1 januari 2012 gedurende de volledige ziekteperiode vakantiedagen op. Tijdens ziekte vakantie opnemen Hoofdregel is dat een zieke werknemer in beginsel tijdens zijn ziekte geen vakantie kan genieten. Van deze regel kunnen partijen alleen bij schriftelijke overeenkomst afwijken en alleen ten aanzien van bovenwettelijke vakantiedagen. Nu een werknemer straks gedurende zijn volledige ziekteperiode vakantiedagen opbouwt, kan hij ook tijdens ziekte vakantiedagen opnemen. Voorwaarde hierbij is dat dit bij de volledig zieke werknemer dit alleen geldt voor de bovenwettelijke vakantiedagen en dat dit in overleg met de werknemer moet gebeuren. Wanneer echter een werknemer ziek wordt tijdens zijn vastgestelde vakantie, kunnen deze ziektedagen ook worden aangemerkt als vakantiedagen, ook wanneer zij dan ten laste van het “minimumtegoed” komen. Een werknemer dient hier wel mee in te stemmen. Voor de bovenwettelijke vakantiedagen kunnen partijen dit al bij overeenkomst overeenkomen. Voor een werkgever wordt het daarom nog belangrijker om hier alert op te zijn. Hij moet tijdig met een werknemer in overleg te treden over het aanmerken van ziektedagen als vakantiedagen. Voor de duidelijkheid. Is de werknemer ziek en is deze bezig met de reintegratie, dan kan de werknemer tijdens deze reintegratie gewoon vakantie opnemen. De werknemer wil immers gedurende die periode ontslagen worden van zijn reintegratieverplichting. Deze vakantie komt dan ook ten laste van zijn minimumtegoed.

Vervaltermijn vakantiedagen

Op dit moment verjaren opgebouwde vakantiedagen na 5 jaren. Daarbij geldt dat de oudste vakantiedagen het eerste worden opgenomen. Met ingang van 1 januari 2012 vervallen de minimumvakantiedagen na 6 maanden. Met andere woorden: minimumvakantiedagen opgebouwd in 2012 moeten voor 30 juni 2013 worden opgenomen. Gebeurt dit niet, dan komen deze te vervallen. Op deze manier wil de wetgever het opnemen van vakantie stimuleren, ook door de reintegrerende zieke werknemer. Dit acht de wetgever van belang in verband met de herstelfunctie van vakantie. Voor de duidelijkheid: deze vervaltermijn geldt niet voor de vakantiedagen opgebouwd voor 2012 en de bovenwettelijke vakantiedagen. Daarvoor geldt nog steeds de verjaringstermijn van 5 jaar. De regel dat de oudste vakantiedagen als eerste worden genoten zal ook niet meer onverlet gelden. Dat zou immers kunnen betekenen dat een werknemer die een stuwmeer van vakantiedagen heeft, onmiddellijk zijn aanspraak op minimumvakantiedagen opgebouwd in 2012 in juli 2013 verliest. Naar verwachting zal de rechter hierover nieuwe uitspraken gaan doen. Zoals op bijna elke regel zijn er ook uitzonderingen mogelijk ten aanzien van de vervaltermijn. Heeft een werknemer redelijkerwijs niet de mogelijkheid gehad om zijn minimumvakantiedagen op te nemen, dan vervallen deze namelijk niet. Verder is het mogelijk om bij overeenkomst ten gunste van de werknemer af te wijken van deze vervaltermijn. Er kan dus worden afgesproken dat er een langere vervaltermijn geldt dan 6 maanden.

Auteur: AenS Advocaten

T: 085 – 48 77 400
E: info@aens.nl